De regering heeft de ambitie om flexarbeid minder flexibel te maken en vaste arbeid flexibeler. De wet van minister Koolmees hierover is door de Kamer geloodst. Is dat nu de beste weg, vraag ik me af. Geïnspireerd door de boeken over ‘omdenken’ van Berthold Gunster, vroeg ik me af of je van het probleem niet een kans kan maken. En of flex wel het probleem is.
Flex omdenken
Ik zie een aantal aanleidingen om deze kant op te gaan:
- In een artikel genaamd De gelukkige flexibele mens in het FD van 31 januari geeft Roland van de Vorst aan dat er een groep is die goed gedijt bij de flexibele contracten en contacten. ‘’Voor deze groep is het een voorrecht om zich niet vast te hoeven leggen. Niet zij zijn kwetsbaar, maar de mensen (bedrijven) die hen willen behouden.’’ Zelf denk ik hierbij aan een groeiende groep docenten en leraren.
- Tanya Bondarouk, hoogleraar human resource management, stelt in het FD van 4 februari: ‘’…. Bedrijven moeten gaan nadenken over nieuwe contractvormen en mogelijkheden om werk anders in te delen en te belonen… Flexibiliteit is het toverwoord om het grote personeelstekort aan te pakken.’’ Waarom gaan bedrijven hun personeel niet delen? Stelt ze aan het einde van het artikel. Per definitie delen uitzendbureaus hun medewerkers.
- Minister Koolmees gaf in een artikel vorig jaar aan: ‘’De huidige krapte vraagt om een combinatie van aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, flexibele werktijden en ruimte voor de combinatie arbeid en zorg.’’ Stel je eigen werktijden vast, via uitzendbureaus is dit vaak goed te doen.
- Ik geef op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen les aan aankomende AA-accountants. Bij het vak ethiek lees ik de essays die gaan over de hoge werkdruk, het uren schrijven, het niet nakomen van de beloftes, de matige kwaliteit van het management. Je wordt er niet vrolijk van. Maar opstappen doen deze zekerheidszoekers niet snel. Een vast contract heeft ook z’n nadelen, misschien is een soort uitzendbureau hiervoor de oplossing.
Gelijk speelveld
Als iedereen flexibel is hebben we een gelijk speelveld. Iedereen moet zijn best doen zijn werk te behouden en iedere werkgever moet zijn best doen om mensen vast te houden, te betrekken. Medewerkers die denken dat ze vast zitten in een baan (‘gouden ketenen’), komen in beweging. Daar worden zowel de medewerkers als de werkgevers gelukkiger van heb ik in de jaren ‘90 als HR-manager bij een grote bank ervaren.
Zelf ben ik al 17 jaar flexibel. Het ene jaar ging het beter dan het andere. Maar het meeste last had/heb ik van medewerkers in vaste dienst. Zij waren mijn echte concurrenten, niet de andere ZP-ers (Zelfstandig Professionals).
Stand van zaken: uitzendbureaus en detacheerders
Moet iedereen zich dan maar aansluiten bij één van de bestaande uitzendbureaus of detacheerders? Dat is te simpel. In veel gevallen zijn de huidige personeelsvoorzieners/uitzenders geen goed alternatief. Zij voelen zich geen echte werkgever. Houden niet van het coachen en begeleiden van medewerkers. Daar zou verandering in moeten komen. Een aantal uitzenders kunnen deze slag maken.
Wim Davidse, hoofdredacteur van Flexmarkt, geeft in een artikel in de februari-editie van Flexmarkt aan dat ‘’deze tijd om echt ondernemerschap vraagt’’. En daar ben ik het mee eens. Wim en ik hebben het daar regelmatig over. Het schuiven van personeel is niet voldoende voor de toekomst. Je moet als uitzendbureau meer toegevoegde waarde bieden. Je waardepropositie echt aanpassen.
Tot zover geen wolkje aan de lucht…
Nijpende situatie
Ik heb wel een aandachtpunt: de onderkant van de markt. Daar moeten we echt anders mee omgaan dan we nu doen. In het boek ‘Menselijke Grondstof’ schrijft Herman Loos over zijn eigen flex ervaringen. Dat is schrijnend. We moeten mensen een werkgarantie geven. De huidige situatie is slecht voor mensen en slecht voor de maatschappij. Dit leidt op den duur tot maatschappelijke ontwrichting, wat het in feite nu al doet.
Conclusie: Heel Holland Flex. Maar dan moeten de uitzendbureaus er wel wat meer van bakken.
Michel Matthijsse, organisatieadviseur en dealmaker in de Flexmarkt.