Tijdens mijn college voor studenten accountancy heb ik een testje gedaan. Ik heb de 40 studenten laten kijken naar de cultuur van hun werkgever. En wat blijkt? Nog steeds is 95% van de accountantskantoren waar deze studenten werken heel traditioneel. Zelf zien ze vaak wel dat de accountants het op deze manier niet redden in de toekomst. Maar ze blijven, net als het orkest op de Titanic, rustig doorspelen. Ook deze jonge werknemers, alsof er niets aan de hand is. Ze voelen dat het schip slagzij maakt, ze ontkennen het niet, maar doen er ook niets mee. De meesten zijn net 25, maar toch al onderdeel van het establishment. Daar gaat de verandering niet van komen.
Accountantskantoren
Hun bedrijven zijn te kenmerken als de meest stabiele organisaties. Als ze geconfronteerd worden met een grote, onverwachte verandering wordt het lastig. De stabiele basis en betrouwbaarheid van de organisatie systemen (die het redelijk onbewust creëert en beschermt) worden versterkt doordat de organisatie vrij gesloten is voor buitenstaanders.
\’\’Deze ondernemingen kunnen niet goed omgaan met veranderende omstandigheden. Ze zijn onveranderlijk, wat er ook gebeurt.\’\’
Flexbedrijven
Kijkend naar de Flexbedrijven zie ik een heel ander patroon. Deze bedrijven lijken niet op accountskantoren. Nee, deze bedrijven zijn juist gericht op veranderingen. Dat is hun bestaansrecht.
De typische Flexorganisatie is een optimistische, can-do organisatie die op zijn best is als het kan reageren op moeilijke situaties. Omdat moeilijkheden hier de creativiteit eerder stimuleren dan ontmoedigen, pakken deze organisaties projecten aan die anderen laten liggen. Als ergens van gezegd wordt dat het onmogelijk is, zien deze organisaties dat als een uitdaging. Hun liefde voor het oplossen van problemen kan het werk in een soort van spel veranderen.
\’\’De typische Flexondernemingen leren slecht van hun fouten, maar duiken direct in een volgend probleem. Hierdoor lossen ze de situaties natuurlijk niet blijvend op, maar ze zijn wel flink actief.\’\’
Het huwelijk
Je voelt het wel aan. De accountant houdt van voorspelbaarheid en routine. De flexondernemer houdt van veranderingen. De één wil iedere avond lekker op de bank zitten, de ander wil elke avond eropuit trekken. Het avontuur tegemoet.
Dat huwelijk houdt geen stand. Wat we er ook aan doen. Meer dan een verstandshuwelijk zit er niet in. Voor de accountant is dat nog wel acceptabel, maar de flexondernemer, die gruwt ervan. Jammer, want ze kunnen zoveel van elkaar leren. Sterker nog, ze hebben elkaar nodig.
In mijn vak heb ik ze beiden nodig. De cultuur van mijn organisatie: optimistisch en het beste in elkaar zien en naar boven halen. Vaak tegen beter weten in…
Michel Matthijsse, RAB
Verkoper Flexbedrijven